Aandelen selecteren is een voltijds beroep: duizenden bedrijven rapporteren opregelmatige basis cijfers en updates. Voor een goede portefeuille moet een selectie gemaakt worden op basis van kwaliteit, spreiding, waardering, risico’sen dergelijke meer. Die oefening één keer maken volstaat uiteraard niet: alle bedrijven in de portefeuille moeten ook opgevolgd worden, om de onderliggende prestaties van de bedrijven af te wegen ten opzichte van hun steeds wijzigende beurskoers.
Voor bedrijven die niet in portefeuille zitten is het idealiter net zo. Want wat gisteren nog geen interessant instapmoment was, kan dat morgen plots wel zijn. Kortom: het samenstellen en beheren van een aandelenportefeuille is een boeiende, maar eigenlijk ook een voltijdse bezigheid, die ook de nodige kennis, ervaring en discipline vereist. Vandaar dat heel wat investeerders ervoor opteren om niet zelf een mandje aandelen te selecteren en dagelijks op te volgen. Zij laten dit doen door een expert, bijvoorbeeld via de aankoop van een aandelenfonds.
Er bestaan ondertussen meer fondsen dan aandelen, dus in zekere zin verlegt het probleem zich. Toch wat de initiële selectie betreft. Eenmaal geselecteerd, volstaat het vaak om maar af en toe eens te kijken of het beheer en deprestaties in lijn liggen met de verwachtingen. Je hoeft dan geen dagdagelijkse nieuwsflow meer op te volgen.
De vraag blijft hoe de initiële selectie het best gemaakt kan worden: welk(e)fonds(en) zijn koopwaardig?
Veel hangt af van de potentiële voorkeur van de investeerder. Van zijn verwachtingen, affiniteit en risicoprofiel. In wat volgt worden een aantal topics besproken die hierbij als leidraad gebruikt kunnen worden.
Een van de eerste beslissingen die gemaakt moet worden, is of de belegger wil investeren in een actief beheerd fonds of in een passief indexfonds, ook wel een “Exchange Traded Fund” of kortweg ETF genoemd.
Bij een actief beheerd fonds maakt de fondsbeheerder een selectie van aandelen die het, naar zijn of haar inzicht, beter zouden moeten doen dan de markt in zijn geheel. Bovendien wordt er actief ingespeeld op koersbewegingen om bepaalde posities aan te kopen of te verkopen, in een poging een extra rendement te behalen.
Bij een passief fonds koopt de belegger ‘de volledige index’. De selectie wordt dan niet gedaan door de beheerder maar uitbesteed aan de formules van de indexleverancier, vaak MSCI of S&P. In de meeste gevallen zijn dergelijke indices “marktkapitalisatie gewogen”. Dat betekent dat er meer geld geïnvesteerd wordt in grote bedrijven en minder in kleine: in een bedrijf dat 2x zo groot is, zal ook 2x zoveel geïnvesteerd worden. Ongeacht waarderingsratio’s of toekomstige winstverwachtingen van het bedrijf. Indexbeleggers gaan ervan uit dat de markt efficiënt geprijsd is en besparen zich de moeite om zelf een visie over een aandeel te vormen. Het voordeel van een passief fonds is dat de beheerskosten over het algemeen lager liggen: de selectie van de gekochte aandelen wordt door niemand opgevolgd en er gebeuren weinig of geen transacties. De beheersvergoeding kan dus tot een minimumbeperkt kan worden. Daartegenover staat dat je het als belegger nooit beter zal doen dan “de markt” in zijn geheel. Iets waar een actief beheerd fonds wél naar streeft.
Een tweede keuze die gemaakt moet worden is in welke regio’s men wil investeren. Ligt de focus op wereldwijd beleggen, of koop je liever uitsluitend Europese aandelen? Wil je je geluk beproeven in ontluikende markten in Azië of mag eendeel van de portefeuille met een vleugje chauvinisme toegewezen worden aan een fonds dat uitsluitend in Belgische aandelen investeert?
Het voordeel van wereldwijd te beleggen is uiteraard de spreiding. Door heel breedte investeren worden specifieke risico’s het meeste weggediversifieerd. Het nadeel is dat er wat meer muntrisico genomen wordt, en geopolitieke spanningen een ietwat grotere impact kunnen hebben dan bij een portefeuille die alleen in de Westerse wereld belegt. Dergelijke risico’s worden nog versterkt bij investeringen in ontluikende markten. Interne politiek en regimewissels kunnendaar een stevige impact hebben op het rendement. Daartegenover staat dat een aantal regio’s iets meer groei laten optekenen dan Europa of de VS. Beleggingen dichter bij huis hebben dan weer het voordeel dat die van dichterbij opgevolgdworden in de lokale pers, en dus over het algemeen wat beter gekend zijn.
Eenzelfde redenering kan gemaakt worden op vlak van sectoren. Gaat de voorkeur naar een specifieke sector of naar een gediversifieerde investeringsoplossing?
Belangrijk bij het samenstellen van een fondsenportefeuille is oog te hebben voor overlappingen. Het heeft weinig zin om een wereld-ETF te combineren met een actief beheerd wereldfonds dat vrij dicht deze index volgt. De top 20-posities zullen dan erg gelijklopend zijn en weinig diversificatie toevoegen aan een portefeuille. Interessante ratio’s om die context in het oog te houden zijn de zogenaamde “tracking error” en/of “active share”. De tracking error meet de volatiliteit van het rendementsverschil tussen een fonds en de referentie-index. Hoe hoger dit getal, hoe actiever het fonds wordt beheerd en hoe groter de afwijking kan zijn tegenover de referentie-index. De “activeshare” meet de som van de afwijkingen op het niveau van de gewichten in portefeuille. Algemeen wordt aangenomen dat een getal boven de 60 aanvaardbaar is terwijl fondsen met een “active share” van 90 of hoger duidelijk hun nek uitsteken en een uitgesproken mening hebben.
De mate waarin een fonds actief beheerd wordt, geeft naast het rendement een belangrijke indicatie of een beheerder zijn hogere beheerskosten waard is. Fondsen met een hoge kost, waarvan de allocatie maar heel weinig afwijkt ten opzichte van zijn referentie-index, zijn dan ook te vermijden.
Bekijk en vergelijk zeker ook de kosten en in de eerste plaats de beheerskosten. Dit is het jaarlijkse percentage dat wordt aangerekend voor het beheer van het fonds. Beheerskosten zijn echter niet de enige kosten die verbonden zijn aanbeleggingsproducten. In veel gevallen is er een instapkost en soms nog een prestatievergoeding verschuldigd. In die context is het zeker nuttig de kostenstructuur goed te vergelijken. De Belgische regulator, FSMA, publiceerde hieromtrent een goede handleiding die alle kostenaspecten in kaart brengt. https://www.fsma.be/nl/news/fsma-studie-over-de-kosten-verbonden-aan-beleggingen-fondsen
Uiteraard wil je de reputatie kennen van het fondsenhuis aan wie je je centen toevertrouwt. En meer zelfs: wie is de beheerder van het fonds precies? We hebben het dan niet over de sales verantwoordelijke, maar over de persoon die effectief aan de knoppen zit en het dagelijks beheer doet. Is dat iemand met jarenlange ervaring, of kan je eerder jeugdig enthousiasme verwachten? En hoelang wordt het fonds al door dezelfde persoon beheerd? Bij fondsen waar elk jaar iemand anders het beheer op zich neemt, kan je je afvragen of er wel voldoende continuïteit is en of er geen onnodige transactiekosten gemaakt zullen worden bij elke beheerderswissel om een nieuwe visie te implementeren. Verder kan het interessant zijn te weten of die beheerder ook nog verantwoordelijk is voor andere fondsen. Als dezelfde persoon naast jouw fonds nog 5 andere fondsen beheert, kan je je afvragen of er wel voldoende aandacht besteed wordt om de aandelen in jouw fonds op te volgen.
Tot slot is ook de communicatie van het fondsenhuis een aandachtspunt. Is er openheid en transparantie over wat er in het fonds gebeurt en waarom, of beperkt de communicatie zich tot het wettelijk verplichte minimum? Wordt er ook gecommuniceerd in moeilijkere tijden of geeft de beheerder bij een beurscrash plots niet thuis?
Eindigen doen we met het intrappen van een open deur: hoe waren de historische rendementen van het fonds waarin je wil beleggen? Vaak is dit het eerste – en soms ook enige – waar potentiële investeerders aandacht voor hebben. En hoewel prestaties uit het verleden nooit een garantie zijn voor prestaties in de toekomst, zijn wanprestaties uit het verleden dat in zekere zin mogelijk wel…
Eenvoudigweg alle beschikbare fondsen sorteren op rendement en er de beste uitpikken, is ietwat kort door de bocht. Hoeveel risico werd genomen om tot dat rendement tekomen? Wat is de gemiddelde waardering van de bedrijven in de portefeuille, en hoeveel transacties zijn er recent gebeurd? Als het fonds in het verleden in ondergewaardeerde aandelen belegde, en die ondertussen duur geworden zijn en nog steeds in de portefeuille zitten, dan koopt u nu wel een fonds met een goed historisch rendement, maar u stapt in aan dure waarderingen. Als er ondertussen winst werd genomen en overgewaardeerde aandelen vervangen werden door ondergewaardeerde aandelen, is het een volledig ander verhaal.
Wil je zelf op zoek gaan naar een fonds dat bij je past? Dan bestaan er online hulptools zoals fondsenzoekers of fondsenscreens, waar je op basis van diversecriteria het geschikte fonds kunt gaan opzoeken. Het valt hierbij aan te raden om te opteren voor onafhankelijke tools, die los staan van banken of financiële instellingen die beleggingsdiensten aanbieden.
Twee interessante tools zijn de fondszoeker van de Tijd en die van Morningstar.
Bij de Tijd kan je de Tijd ratings opgeven (de Kronen), je kan op duurzaamheid kiezen, de beheerder kiezen, sector, regio, valuta, uitkeringstype, de categorie én niet onbelangrijk het risico onder de vorm van de SRI-index. De Samenvattende Risico-indicator is een graadmeter die varieert van 1 tot 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het risico (alsook het potentiële rendement). https://www.tijd.be/markten-live/fondsen/search.html
Bij Morningstar kan je kiezen uit de volgende filters: Fondshuis, verschillende Morningstar Ratings, de Categorie, de beheerstijl en de lopende kosten. https://www.morningstar.be/be/funds/default.aspx
Bij Morningstar kan je bij elk fonds een snelle blik werpen op heel wat parameters, onder de hoofding “Data Quickview”. Hier kan je de rendementen zien van de afgelopen 5 jaar, opgedeeld per jaar alsook de kwartaalrendementen. Minstens even interessant als de rendementen, zijn de risicomaatstaven. In de Style Box kan je ook zien hoeveel het fonds investeert in big caps en small caps en welke beleggingsstijl (Waarde/Groei) het fonds toepast in zijn beheer.
We wensen jou veel succes! En staan ook tot jouwbeschikking voor eventuele raad.